Sylvana Simons hoeft Denk geen vergoeding te betalen

Sylvana Simons, ex-kandidaat Tweede Kamerlid voor Denk, hoeft de stichting achter de politieke partij geen vergoeding of boete te betalen. Dat heeft de kantonrechter bepaald. De stichting is veroordeeld tot het betalen van de kosten van het geding.

Boete en vergoeding
De stichting Ondersteuning Groep Kuzu/Özturk had een rechtszaak aangespannen tegen Simons, omdat zij haar arbeidsovereenkomst zou hebben opgezegd zonder zich aan de geldende opzegtermijn te houden. De stichting achter de politieke partij Denk wilde dat Simons daarom de wettelijke vergoeding van ruim 2000 euro zou betalen. Ook meende de stichting dat Simons – door in de media negatief te praten over de partij Denk – haar geheimhoudingsbeding zou hebben geschonden en eiste daarvoor 60.000 euro boete.

Nieuwe partij
De kantonrechter oordeelt anders. Dat Simons op 24 december 2016 een e-mail stuurde waarin zij schreef dat zij zich terugtrok als kandidaat-Kamerlid voor Denk, betekent niet dat de stichting mocht aannemen dat Simons de arbeidsovereenkomst met de stichting wilde beëindigen. Het gegeven dat Simons tijdens haar dienstverband bezig was met het oprichten van een eigen partij (Artikel 1) is bovendien niet per se strijdig met goed werknemerschap: het staat iedereen immers vrij een politieke partij te beginnen. Omdat Simons wel heeft berust in het ontslag op staande voet dat de stichting haar later heeft gegeven, is de arbeidsovereenkomst overigens wel beëindigd. Omdat de stichting dit ontslag niet rechtsgeldig heeft gegeven, moet de stichting Simons een vergoeding betalen.

Kritische uitlatingen
De kantonrechter oordeelt  verder dat Simons het (in haar arbeidscontract zeer vaag geformuleerde) geheimhoudingsbeding niet heeft geschonden. Een kandidaat Tweede Kamerlid – die zich volledig in het politieke en daarmee publieke debat begeeft – moet immers kritische opmerkingen kunnen maken.

Simons was bovendien in dienst van de stichting Ondersteuning Groep Kuzu/Özturk en niet van Denk. Het staat Simons vrij, ook als ex-werknemer, zich kritisch uit te laten over de keuzes en denkbeelden van Denk, zeker tegen de achtergrond van haar eigen politieke carrière als partijleidster van Artikel 1 en de in de Grondwet verankerde vrijheid van meningsuiting.

Het politieke debat bestaat uit conflicterende standpunten: een geheimhoudingsbeding kan niet zo ver strekken dat het Simons belemmert kritische beschouwingen te uiten en aan politiek te doen – dat zou een te vergaande inperking van de vrijheid van meningsuiting inhouden. Door de stichting Ondersteuning Groep Kuzu/Özturkz zijn bovendien geen concrete geheimen of bijzonderheden van haar benoemd die door toedoen van Simons in de publiciteit zijn gekomen.

Lees hier de uitspraak.