Alsnog uitkering voor topambtenaar die ontslag nam

Een voormalig topambtenaar die zelf ontslag heeft genomen, krijgt toch een gedeeltelijke WW-uitkering. Door zelf ontslag te nemen is het betrokkene te verwijten dat hij werkloos is geworden en daarom weigerde het UWV hem een uitkering te verstrekken. Er waren echter omstandigheden binnen en buiten de gemeente waardoor het voorstelbaar was dat hij daarvoor koos. Het is betrokkene daarom niet geheel aan te rekenen dat hij door zelf ontslag te nemen werkloos werd. De Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft in zijn uitspraak van vandaag bepaald dat hij alsnog een WW-uitkering krijgt, maar geen volledige uitkering over het eerste half jaar.

Verwijtbaar werkloos
Als uitkomst van een onderhandelingstraject heeft betrokkene de gemeente verzocht hem ontslag te verlenen. De situatie binnen de gemeente was echter zodanig dat hij daar in dienst had kunnen blijven. Op het moment van de ontslagname was weliswaar besloten dat een onderzoek naar zijn functioneren zou worden ingesteld, maar hij had de uitkomst van dit onderzoek kunnen afwachten. Betrokkene was op dat moment vrijgesteld van werkzaamheden. Er waren geen omstandigheden die maakten dat hij toch (direct) ontslag moest nemen. Iemand die zelf ontslag neemt zonder dat daar zwaarwegende redenen voor zijn, is volgens de wet ‘verwijtbaar werkloos’ en heeft geen recht op een WW-uitkering. Het UWV had dit om die reden geweigerd.

Omstandigheden
Betrokkene was dus ‘verwijtbaar werkloos’, maar volgens de wet moest vervolgens nog de vraag worden beantwoord of hem ook ‘in overwegende mate’ valt te verwijten dat hij werkloos werd. Toen hij ontslag nam, was de situatie binnen de gemeente chaotisch. Een rapport van het Bureau Integriteit Gemeenten (BING) had een aanzienlijke impact binnen de organisatie en heeft tot gevolg gehad dat andere managers ofwel waren vertrokken ofwel ziek thuis zaten. Bovendien kreeg de kwestie veel aandacht in de media. Ten slotte is betrokkene tijdens het onderhandelingstraject te kennen gegeven dat er negatieve signalen waren van medewerkers over zijn functioneren. Door dit alles is het voorstelbaar en te billijken dat betrokkene er met het oog op zijn arbeidsmarktpositie voor heeft gekozen om zelf ontslag te nemen en zich op zijn toekomst te richten.

Alles bij elkaar is de CRvB van oordeel dat het betrokkene niet ‘in overwegende mate’ kan worden verweten dat hij verwijtbaar werkloos is geworden. Dit betekent dat hij wel een gedeeltelijke WW-uitkering krijgt.